De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 14 november 2024 een uitspraak gedaan (ECLI:NL:RBNNE:2024:4572) over een dwangsom vanwege niet tijdig beslissen. De rechter stelt vast dat het bestuursorgaan een dwangsom is verschuldigd. Anders dan het bestuursorgaan meent kan een verstreken beslistermijn niet worden opgeschort.
Juridisch kader
In deze zaak is sprake van een administratief beroep. De beslistermijn voor administratief beroep is geregeld in artikel 7:24 Awb. Bij administratief beroep geldt (in tegenstelling tot bezwaar) een beslistermijn van zestien weken (lid 1). Deze termijn kan met tien weken worden verlengd (lid 4). Voor het overige zijn de regels bijna hetzelfde als bij bezwaar (artikel 7:10 Awb).
In artikel 7:24 lid 3 Awb staat het volgende:
De termijn wordt opgeschort gerekend vanaf de dag na die waarop de indiener is verzocht een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 te herstellen, tot de dag waarop het verzuim is hersteld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
Kan een verlopen beslistermijn worden opgeschort?
Die vraag moet ontkennend worden beantwoord. Dat is vaste rechtspraak en wordt ook hier bevestigd door de kantonrechter:
De kantonrechter stelt vast dat door het Parket CVOM op 2 juni 2023 een brief aan gemachtigde is verstuurd omdat in het beroepschrift informatie ontbrak, namelijk de reden van het te laat indienen van het beroepschrift en ook de volledige gronden van het beroep. Voor het aanvullen van deze gegevens is aan gemachtigde een termijn van vier weken na 2 juni 2023 verleend. De kantonrechter is van oordeel dat onderhavige brief niet tot een opschorting van de beslistermijn ex 7:24 van de Awb dient te leiden. Hiertoe overweegt de kantonrechter dat de brief van 2 juni 2023 ná de uiterlijke beslistermijn van 28 mei 2023 is verstuurd.
Meer weten?
Lees ons uitgebreide blog over het berekenen van de beslistermijn: Aandachtspunten bij het berekenen van de beslistermijn in bezwaar (artikel 7:10 Awb)