Het CBb oordeelt: termijnoverschrijding verschoonbaar door gemiste notificatie

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 5 november 2024 een uitspraak gedaan (ECLI:NL:CBB:2024:775) over de verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding bij een subsidieafwijzing. Een onderneming had de bezwaartermijn gemist omdat een notificatie-e-mail over het besluit nooit werd ontvangen. Het probleem ontstond doordat het (door de onderneming ingeschakelde) loonbureau bij de aanvraag per ongeluk een verkeerd e-mailadres had opgegeven.

Juridisch kader
Artikel 6:11 Awb bepaalt:

Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.

De vraag die het CBb dus moet beantwoorden is of “redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.” Eerder dit jaar heeft CBb (ECLI:NL:CBB:2024:31) geoordeeld dat:

de term “redelijkerwijs” in artikel 6:11 van de Awb het bestuursorgaan en de bestuursrechter enige ruimte om ook in gevallen waarin sprake is van een slechts geringe verwijtbaarheid met betrekking tot de termijnoverschrijding, deze niet aan de indiener toe te rekenen.

Ook indien dus sprake is van een gering verwijt kan dus sprake zijn van een verschoonbare termijnoverschrijding.

Het oordeel van het CBb
In een aantal uitgebreide overwegingen gaf het College aan dat een notificatie-e-mail in dit geval meer is dan een servicebericht. Gezien de omstandigheden van de coronasteunregelingen, zoals de grote haast en complexiteit, stelde het CBb dat het zorgvuldigheidsbeginsel de verplichting meebrengt om een notificatie te sturen. Tegelijkertijd kan een fout in het opgegeven e-mailadres niet automatisch aan de onderneming worden toegerekend.

Belangrijke overwegingen van het CBb:

  1. Het opgeven van het verkeerde e-mailadres was het gevolg van een ongelukkige vergissing en miscommunicatie.
  2. Daardoor trof de onderneming slechts een gering verwijt.
  3. De overschrijding van de termijn was beperkt en er waren geen contra-indicaties die aan een verschoonbaarheid in de weg stonden.

Het CBb oordeelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, vernietigde het besluit van de minister en gaf opdracht om inhoudelijk op het bezwaar te beslissen.

Toekomstige ontwikkelingen: de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer
Op 5 november 2024 werd bekendgemaakt dat vanaf 1 januari 2026 belangrijke delen van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer in werking treden. Die wet regelt onder meer:

Artikel 2:10 lid 1 Awb: Bestuursorganen die een digitaal portaal gebruiken, moeten binnen 48 uur na plaatsing van een bericht in dat portaal een notificatie sturen.

Artikel 2:11 lid 2 Awb: Kan zo’n notificatie niet worden bezorgd, dan moet het bestuursorgaan het bericht nogmaals verzenden of zich inspannen om de geadresseerde op een andere manier te informeren.

Artikel 2:22 lid 2 Awb: Een termijnoverschrijding kan in dergelijke gevallen niet zonder meer aan de geadresseerde worden tegengeworpen.